NJ 1962, 86
HR, 24-10-1961: Zeijense nachtbraker
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 oktober 1961
- Magistraten
Mrs. Feber, Kazemier, Loeff [Rapp.], Eijssen, De Meijere;
- Zaaknummer
[1961-10-24/NJ_131209]
- Conclusie
A-G s'Jacob
- Noot
B.V.A. Röling
- LJN
BH0985
- Roepnaam
Zeijense nachtbraker
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS117129:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:BH0985, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑10‑1961
ECLI:NL:PHR:1961:BH0985, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑1961
- Wetingang
Essentie
‘Rechtmatige uitoefening zijner bediening’. ‘Krachtens wettelijk voorschrift’.
Samenvatting
's Hofs oordeel, dat het door den verbalisant aan A. J. gegeven bevel en de aan dezen gedane vordering om onmiddellijk naar huis te gaan niet krachtens wettelijk voorschrift in verband met het in de t.l.l. omschreven toezicht gegeven en gedaan is, en dat verbalisant door A. J. beet te pakken om hem naar huis te geleiden niet handelde in de rechtmatige uitoefening zijner bediening, is niet gegrond op overwegingen, welke deze beslissing kunnen dragen.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van den P-G bij het Hof te Leeuwarden, req. van cassatie ...