NJ 1951, 480
HR, 29-05-1951: Poging tot gasmoord
HR 29-05-1951, ECLI:NL:HR:1951:3, m.nt. B.V.A. Röling (Poging tot gasmoord)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 mei 1951
- Magistraten
Mrs. Fick, Sinninghe Damsté, Feber, Vrij, van Berckel;
- Zaaknummer
[1951-05-29/NJ_131165]
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
B.V.A. Röling
- Roepnaam
Poging tot gasmoord
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS117055:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1951:3, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑1951
- Wetingang
Sr. art. 45
Essentie
Poging tot moord. Betekenis van ‘alleen’ in 45 Sr. Uitvoeringshandeling.
Samenvatting
Geen enkele omstandigheid is er op komen wijzen, dat zonder het afschampen van den eersten slag, het ontwaken en, ondanks verd.'s herhaaldelijk blijven toeslaan zich verweren van het slachtoffer, de verd. van de verdere uitvoering van zijn voornemen en misdrijf zou hebben afgelaten, zodat niets de Rechtb. belette uit de bewijsmiddelen het bedoelde gedeelte der t.l.l. af te leiden.
Als iemand te voren na rijp beraad en rustig overleg het voornemen heeft opgevat een ander bewusteloos te slaan en hem daarna door gasvergiftiging te doden, is een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.