NJ 1934, p. 450
HR, 19-03-1934: Eindhovense brandstichting
HR 19-03-1934, ECLI:NL:HR:1934:198, m.nt. B.M. Taverne (Eindhovense brandstichting)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 1934
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, Kirberger, Donnen;
- Zaaknummer
[1934-03-19/NJ_131208]
- Conclusie
A-G Besier
- Noot
B.M. Taverne
- Roepnaam
Eindhovense brandstichting
- JCDI
JCDI:ADS160101:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Archief (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1934:198, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑1934
- Wetingang
Essentie
Begin van uitvoering bij een poging tot brandstichting. In de uitspraak voorkomend gedeelte van een getuigeverklaring, hetwelk niet in het proces-verbaal der terechtzitting is te vinden. Eigen waarneming van een getuige.
Samenvatting
Voor de strafbaarheid van poging tot misdrijf is vereischt begin van uitvoering van het misdrijf, hetgeen bij het misdrijf bestaande in opzettelijke brandstichting wil zeggen, dat met de brandstichting een begin is gemaakt, dat een daad is verricht welke, naar de regelen der ervaring inderdaad — tenzij zich eenige onvoorziene gebeurtenis voordoet — zonder eenig nader ingrijpen van den dader zelf tot brandstichting leidt.
Aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.