NJ 1932, p. 1609
HR, 08-02-1932: Vrees
HR 08-02-1932, ECLI:NL:PHR:1932:BG9440, m.nt. B.M. Taverne (Vrees,Bollenschuur)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 februari 1932
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, de Menthon Bake en Meckmann;
- Zaaknummer
[1932-02-08/NJ_131089]
- Noot
B.M. Taverne
- LJN
BG9440
- Roepnaam
Vrees
Bollenschuur
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS160060:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:BG9440, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑02‑1932
ECLI:NL:PHR:1932:BG9440, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑1932
- Wetingang
Sv. art. 326; Sv. art. 329; Sr. art. 63; Sr. art. 134bis
Essentie
Uitlokking tot brandstichting. Art. 134bis Sr. Uitlokking in zooverre geslaagd, dat de ander bewogen is het misdrijf te plegen.
Samenvatting
Door de vermelding in het proces-verbaal, dat — behoudens nader opgenomen toevoeging — getuigen hebben verklaard ‘als voor de Rechtbank’, is de inhoud van de voor het Hof afgelegde verklaringen met nauwkeurigheid aangegeven.
Op niet-nakoming van art. 329 Sv. is geen nietigheid gesteld. Bedoeld verzuim betreft niet een zóó substantieelen vorm, dat desondanks nietigheid moet worden aangenomen.
Bij telastelegging ex art. 134 bis Sr. was aanhaling van de artt. 157 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.