NJ 1913, p. 961
HR, 21-04-1913: Reispas
HR 21-04-1913, ECLI:NL:HR:1913:BG9429 (Reispas)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 1913
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman. Raadsheren: Mrs. A. M. B. Hanlo, J. A. A. Bosch, A. Fentener van Vlissingen en C. O. Segers;
- Zaaknummer
[1913-04-21/NJ_138346]
- Roepnaam
Reispas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1913:BG9429, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑1913
- Wetingang
Samenvatting
Het Hof kon en mocht uit de bijgebrachte bewijsmiddelen afleiden, dat inderdaad de Comm. der Koningin bij het opmaken van den reispas is afgegaan — zulks te goeder trouw — op de opgaven, die bij requirants missive waren gevoegd en welker inhoud op de gebruikelijke wijze te zijner kennis was gebracht.
Het Souverein Besluit van 12 December 1813 houdt geen enkel voorschrift in omtrent de wijze, waarop de naamteekening van den Secretaris-Generaal op de paspoorten moet worden gesteld. Het is onverschillig of die naamteekening op het paspoort door hem is geschreven, dan wel door hem of op zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.