V-N 2014/10.18
BPM-teruggaafverzoek kan ook zonder onherroepelijk vaststaan van de heffing. Algemene teruggaafregeling bpm
HR 14-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:281, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 februari 2014
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Punt
- Zaaknummer
12/05759
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS917050:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:281, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑02‑2014
- Wetingang
art. 14a Wet BPM 1992
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur het verzoek om teruggaaf alleen in behandeling kan nemen als het desbetreffende bedrag aan BPM verschuldigd is geworden, maar niet dat de heffing daarvan onherroepelijk is komen vast te staan. De heer X komt echter niet voor de teruggaaf in aanmerking, aangezien het gebruik van de weg in Nederland is aangevangen voor 16 oktober 2006
Samenvatting
Aan de heer X is op 3 oktober 2006 een BPM-naheffingsaanslag opgelegd wegens het rijden alhier in een Maserati type 4200 Spyder met Duits kenteken. De auto is door de Belastingdienst in beslag genomen. Na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.