Einde inhoudsopgave
Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van het Eengemaakt Octrooigerecht
Artikel 7 Vrijstelling van belastingen
Geldend
Geldend vanaf 27-10-2021
- Bronpublicatie:
29-06-2016, Trb. 2016, 164 (uitgifte: 19-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-2021, Trb. 2021, 136 (uitgifte: 28-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
Internationaal publiekrecht / Fundamentele rechten van staten
1.
Het Gerecht, zijn eigendommen en activa zijn vrijgesteld van alle directe belastingen.
2.
Het Gerecht
- a.
is vrijgesteld van belasting toegevoegde waarde of kan deze terugontvangen over grote aankopen van goederen en diensten die noodzakelijk zijn voor de officiële werkzaamheden van het Gerecht met inachtneming van de beperkingen vastgesteld door de staat die partij is waar het Gerecht gevestigd is;
- b.
is evenwel niet vrijgesteld van belastingen en heffingen in verband met openbare diensten.
3.
Gekochte goederen waarvoor vrijstelling of teruggave van belastingen geldt, mogen in die staat die partij is of in een andere lidstaat van de Europese Unie niet worden verkocht of anderszins worden vervreemd, tenzij voldaan wordt aan de voorwaarden vastgesteld door de staat die partij is die de vrijstelling of teruggave heeft verleend.
4.
Onverminderd de verplichtingen voor de staten die partij zijn uit hoofde van het recht van de Europese Unie en de toepassing van de wet- en regelgeving, worden de voorwaarden en procedures vastgesteld door de bevoegde belastingautoriteiten van elke staat die partij is.