Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen
Artikel XVII
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
04-04-2014, Trb. 2019, 140 (uitgifte: 17-09-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2021, Trb. 2021, 67 (uitgifte: 11-05-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Dit Protocol dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd door de ondertekenende Staten. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de secretaris-generaal van de Internationale Burgerluchtvaarorganisatie, die hierbij wordt aangewezen als depositaris.
2.
Elke staat die dit Protocol niet bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt in overeenstemming met het eerste lid van dit artikel, kan te allen tijde toetreden tot het Protocol. De akte van toetreding dient te worden nedergelegd bij de depositaris.
3.
Bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot dit Protocol door een staat die geen partij is bij het Verdrag, heeft tot gevolg dat deze staat het Verdrag van Tokio, zoals gewijzigd bij het Protocol van Montreal, 2014, bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt of ertoe toetreedt.