NJB 2021/994:Wederrechtelijk’ binnendringen in een woning bij een ander in gebruik, art. 138 lid 1 Sr: in zijn algemeenheid onjuist is de opvatting dat zulk binnendringen niet ‘wederrechtelijk’ kan zijn als dit gebeurt met toestemming van de eigenaar van de woning. Daartoe is van belang dat art. 138 Sr het huisrecht van een ander, dat hij ontleent aan de feitelijke bewoning, beoogt te beschermen