Einde inhoudsopgave
Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters
Artikel 11 Zichtweersomstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2014
- Bronpublicatie:
09-07-2014, Stcrt. 2014, 20286 (uitgifte: 18-07-2014, regelingnummer: BS2014021387)
- Inwerkingtreding
01-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-07-2014, Stcrt. 2014, 20286 (uitgifte: 18-07-2014, regelingnummer: BS2014021387)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De vrijstelling, bedoeld in artikel 10, wordt verleend, indien de volgende zichtweersomstandigheden in acht worden genomen:
- a.
het vliegzicht is gelijk aan of groter dan 5 kilometer;
- b.
de horizontale afstand van het militaire vliegtuig of de helikopter tot de wolken is gelijk aan of groter dan 600 meter;
- c.
de verticale afstand van het militaire vliegtuig of de helikopter tot de wolken is gelijk aan of groter dan 150 meter (500 voet).
2.
In afwijking van het eerste lid wordt voor vluchten met militaire helikopters aan gezagvoerders de vrijstelling, genoemd in artikel 10, verleend, indien de volgende zichtweersomstandigheden in acht worden genomen:
- a.
binnen plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden van militaire luchthavens:
- 1°
het vliegzicht is gelijk aan of groter dan 3 kilometer; voor vluchten die zich beperken tot het luchtverkeerscircuit, is het vliegzicht gelijk aan of groter dan 2 kilometer;
- 2°
de wolkenbasis bevindt zich op ten minste 300 meter (1.000 voet) respectievelijk voor vluchten in het luchtverkeerscircuit op ten minste 250 meter (800 voet);
- 3°
de helikopter is vrij van wolken met zicht op grond of water;
- b.
buiten plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden van militaire luchthavens:
- 1°
het vliegzicht is gelijk aan of groter dan 5 kilometer voor vluchten met militaire helikopters die niet voldoen aan de eisen voor het uitoefenen van IFR-vluchten; voor vluchten met militaire helikopters die voldoen aan de eisen voor het uitoefenen van IFR-vluchten, is het vliegzicht minimaal 3 kilometer;
- 2°
de wolkenbasis bevindt zich op ten minste 300 meter (1.000 voet); voor patiëntenvervoer van en naar de Waddeneilanden, alsmede voor de hiervoor benodigde trainingsvluchten, met militaire helikopters die voldoen aan de eisen voor het uitoefenen van IFR-vluchten, bevindt de wolkenbasis zich op ten minste 210 meter (700 voet);
- 3°
de helikopter is vrij van wolken met zicht op grond of water;
- c.
in afwijking van de onderdelen a en b is ten behoeve van trainingsvluchten voor en daadwerkelijke inzet bij Search and Rescue boven zee en onderzeebootbestrijding het volgende van toepassing:
- 1°
het vliegzicht is gelijk aan of groter dan 2 kilometer; voor vluchten vanaf schepen is het vliegzicht gelijk aan of groter dan 1.000 meter;
- 2°
de wolkenbasis bevindt zich op ten minste 150 meter (500 voet); voor vluchten vanaf schepen bevindt de wolkenbasis zich op ten minste 60 meter (200 voet).
3.
Voor vluchten met militaire helikopters waarbij gebruik wordt gemaakt van nachtzichtapparatuur, wordt aan gezagvoerders de vrijstelling, genoemd in artikel 10, verleend, indien het vliegzicht gelijk is aan of groter is dan 1.500 meter met zicht op grond of water.