BNB 2013/100
Naam- en adresvereiste op factuur. Geen intrekking bewijsaanbod door instemming achterwege blijven mondelinge behandeling
HR 08-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BW5395, m.nt. Bijl
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 2013
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Vliet, Punt, Sterk, Fierstra
- Zaaknummer
11/01594
- Conclusie
A-G Van Hilten
- Noot
Bijl
- LJN
BW5395
- JCDI
JCDI:ADS913863:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Intracommunautaire transactie
Omzetbelasting / Tarief
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BW5395, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BW5395, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑04‑2012
Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑04‑2012
- Wetingang
Art. 15 lid 1 onderdeel a en art. 35 Wet OB 1968; art. 18 lid 1 onderdeel a en art. 22 lid 3 onderdeel a en b Zesde richtlijn
Essentie
Naam- en adresvereiste op factuur. Geen intrekking bewijsaanbod door instemming achterwege blijven mondelinge behandeling
Samenvatting
Belanghebbende handelde in mobiele telefoons. Zij heeft omzetbelasting in aftrek gebracht die betrekking heeft op door A BV aan haar verrichte leveringen van telefoons. Belanghebbende beschikt over inkoopfacturen met de naam A, een logo en het adres a-straat 1 te Q. De op de facturen vermelde bedragen heeft belanghebbende overgemaakt naar het op de facturen vermelde bankrekeningnummer. A BV stond ingeschreven bij de KvK, met als enig aandeelhouder en directeur D, met wie belanghebbende contact heeft gehad en van wie belanghebbende een kopie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.