Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 72 [Ontbreken van machtiging]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2017
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 124 (uitgifte: 31-03-2017, kamerstukken: 34253)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2017, Stb. 2017, 176 (uitgifte: 11-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
1.
Het ontbreken van de machtiging van de rechter-commissaris, waar die vereist is, of de niet-inachtneming van de bepalingen vervat in de artikelen 78 en 79, heeft, voor zoveel derden betreft, geen invloed op de geldigheid van de door de curator verrichte handeling. De curator is deswege alleen jegens de gefailleerde en de schuldeisers aansprakelijk.
2.
In afwijking van het eerste lid is de opzegging van een arbeidsovereenkomst door de curator zonder dat de rechter-commissaris daarvoor de machtiging, bedoeld in artikel 68, derde lid, heeft gegeven, vernietigbaar. Daarnaast is de curator jegens de gefailleerde en de werknemer aansprakelijk. Het beroep op de vernietigbaarheid geschiedt door een buitengerechtelijke verklaring aan de curator, en kan worden gedaan gedurende vijf dagen, te rekenen vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is opgezegd.