NJ 2015/28
Redelijk vermoeden overtreding Opiumwet.
HR 09-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3537, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 december 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/03872
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS97166:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3537, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2253, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2013
- Wetingang
Art. 9 Opiumwet
Essentie
Het met behulp van een warmtebeeldcamera waarnemen dat op de zolder van een pand ‘een extreme warmtebron aanwezig moet zijn’ en het ambtshalve weten dat voor een succesvolle binnenkweek van hennepplanten een tropisch klimaat nodig is, leveren voldoende aanwijzingen op om een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit als bedoeld in de Opiumwet en het op grond daarvan binnentreden in die woning te rechtvaardigden.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 4 april 2013, nummer 21/003509-11, in de strafzaak tegen B. Adv. mr. R.D.J. Visschers, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.