NJFS 2016/150
Vrijspraak dood door schuld na inname van door verdachte verstrekte hoeveelheid GHB; handelen van de verdachte was niet aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam of nalatig.
Rb. Midden-Nederland 18-05-2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:2686
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
18 mei 2016
- Magistraten
Mrs. N.E.M. Kranenbroek, W.S. Ludwig en H.J. Bos, T.M. van Zwet
- Zaaknummer
16/705704-15
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBMNE:2016:2686, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 18‑05‑2016
- Wetingang
Art. 307 Sr
Essentie
Dood door schuld. Het slachtoffer is overleden na inname van een hoeveelheid GHB die was ingeschonken door verdachte. Niet kan worden vastgesteld welke hoeveelheid GHB de verdachte had ingeschonken. Er zijn in de literatuur voorbeelden bekend van personen die concentraties GHB als die bij het slachtoffer zijn aangetroffen, hebben overleefd. De verdachte heeft verklaard dat zij eerder met anderen van dezelfde GHB vergelijkbare of juist grotere hoeveelheden gebruikte, en dat dit altijd goed is gegaan. Wat de gangbare recreatieve en veilige hoeveelheid GHB is, is geen feit van algemene bekendheid en dat GHB met een kleine wisseling van hoeveelheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.