NJB 2019/1507
Beklag aangaande beslag en aanwezigheidsrecht bij het onderzoek in raadkamer: art. 23 lid 2 Sv brengt mee dat de klager voor de raadkamerbehandeling moet worden opgeroepen. In casu blijkt niet van zo een oproeping. Dit verzuim heeft betrekking op een wezenlijke grondslag van de raadkamerprocedure, zodat het nietigheid van het onderzoek meebrengt, ook al is deze niet met zoveel woorden in de wet bedreigd. Bevoegdheid tot het verlenen van een machtiging als bedoeld in art. 117 Sv: art. 134 Sv geeft aan in welke gevallen de inbeslagneming van een voorwerp eindigt; indien vaststaat dat een in beslag genomen voorwerp is vernietigd op grond van een machtiging als bedoeld in art. 117 Sv is ingevolge art. 134 lid 2 onder c Sv daardoor het beslag beëindigd. Een gevolg daarvan is dat beklag als bedoeld in art. 552a Sv niet meer kan worden gedaan. Een machtiging als bedoeld in art. 117 Sv kan, gelet op art. 125 RO, slechts worden verleend door het College van procureurs-generaal en rechterlijke ambtenaren als bedoeld in art. 1, onderdeel b, onder 6° en 7°, RO. De uitoefening van deze bevoegdheid kan ingevolge art. 126 lid 1 RO worden opgedragen aan een andere bij het parket werkzame ambtenaar
HR 18-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:972
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend en J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/05099
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:972, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:177, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Beklag aangaande beslag en aanwezigheidsrecht bij het onderzoek in raadkamer: art. 23 lid 2 Sv brengt mee dat de klager voor de raadkamerbehandeling moet worden opgeroepen. In casu blijkt niet van zo een oproeping. Dit verzuim heeft betrekking op een wezenlijke grondslag van de raadkamerprocedure, zodat het nietigheid van het onderzoek meebrengt, ook al is deze niet met zoveel woorden in de wet bedreigd. Bevoegdheid tot het verlenen van een machtiging als bedoeld in art. 117 Sv: art. 134 Sv geeft aan in welke gevallen de inbeslagneming van een voorwerp eindigt; indien vaststaat dat een in beslag genomen voorwerp ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.