NJB 2016/2125
Partiële intrekking hoger beroep: bij gevoegde zaken als bedoeld in art. 407 lid 2 Sv kunnen de partijen de omvang van hetgeen aan het oordeel van de appelrechter is onderworpen zelf beperken, doch uitsluitend door middel van de in de door de griffier op te maken akte verwerkte verklaring onderscheidenlijk de verklaring als bedoeld in art. 451a Sv waarmee het rechtsmiddel wordt ingesteld. Daarnaast bestaat tot de aanvang van de behandeling van het hoger beroep de mogelijkheid het hoger beroep geheel of gedeeltelijk in te trekken conform art. 453 en 454 Sv. Indien het hoger beroep niet op deze wijze is beperkt, is het gehele in eerste aanleg gewezen vonnis aan het oordeel van de rechter in hoger beroep onderworpen. Sprake van impliciet cumulatieve tenlastelegging zodat partiële intrekking hoger beroep mogelijk is? Het hof heeft de op art. 273f Sr toegesneden tenlastelegging in casu niet opgevat als een cumulatieve tenlastelegging. Die aan de feitenrechter voorbehouden uitleg van de tenlastelegging is in casu met haar bewoordingen niet onverenigbaar, zodat deze in cassatie moet worden geëerbiedigd. Aldus was partiële intrekking van het hoger beroep in casu niet mogelijk door het openbaar ministerie. A-G: anders
HR 08-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2526
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borger
- Zaaknummer
15/04786
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2526, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:811, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2016
- Wetingang
Essentie
Partiële intrekking hoger beroep: bij gevoegde zaken als bedoeld in art. 407 lid 2 Sv kunnen de partijen de omvang van hetgeen aan het oordeel van de appelrechter is onderworpen zelf beperken, doch uitsluitend door middel van de in de door de griffier op te maken akte verwerkte verklaring onderscheidenlijk de verklaring als bedoeld in art. 451a Sv waarmee het rechtsmiddel wordt ingesteld. Daarnaast bestaat tot de aanvang van de behandeling van het hoger beroep de mogelijkheid het hoger beroep geheel of gedeeltelijk in te trekken conform art. 453 en 454 Sv. Indien het hoger beroep niet op deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.