NJ 1956/199
Staatsvonnis. Uitspraak over praejudicieel geschilpunt. Tussenkomst.
HR 02-03-1956, ECLI:NL:HR:1956:153
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 maart 1956
- Magistraten
Mrs. Donner, van der Meulen, Hijink, Smits en Boltjes
- Zaaknummer
[02031956/NJ_1956-199]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS109970:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1956:153, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑03‑1956
- Wetingang
(BW art. 1954, 1957; Rv art. 285.)
Essentie
Staatsvonnis. Uitspraak over praejudicieel geschilpunt. Tussenkomst.
Samenvatting
Daargelaten of een derde (ingevolge aft. 1957 B. W.) gebonden kan zijn door een uitspraak in een geding, waarbij de rechtsvordering is gericht op de vraag of een stichting al dan niet bestaat, kan dusdanige gebondenheid in ieder geval niet het gevolg zijn van een uitspraak, waarbij een incidentele vordering tot tussenkomst n.o. wordt verklaard omdat de vorderende partij, welke beweert een stichting te zijn, als niet-bestaande wordt aangemerkt.
(Adv.-Gen. Mr. Langemeijer: Een vonnis, waarbij de nietigheid van een stichting wordt aangenomen, is een vonnis betrekkelijk de staat van personen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.