Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
14.2 Beleidsregels voor de gezinsleden van de hoofdpersoon
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2019
- Bronpublicatie:
24-09-2019, Stcrt. 2019, 52982 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: WBV 2019/16)
- Inwerkingtreding
01-10-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2019, Stcrt. 2019, 52982 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: WBV 2019/16)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND verleent de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op grond van artikel 3.48, tweede lid onder b, Vb jo artikel 3.24aa, eerste lid, aanhef en onder g, VV, aan de (adoptie- of pleeg) kinderen, ouders, echtgeno(o)t(e) of partner die feitelijk behoren tot het gezin van de hoofdpersoon.
De hoofdpersoon moet aantonen dat zijn (adoptie- of pleeg)kinderen, ouders, echtgeno(o)t(e) of partner op het moment van binnenkomst van de hoofdpersoon in Nederland feitelijk tot zijn gezin behoren en dat die feitelijke gezinsband niet verbroken is.