Europese Overeenkomst betreffende personen die deelnemen aan procedures voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is tevens gepubliceerd in Maandbericht van december 1998.
- Bronpublicatie:
05-03-1996, Trb. 1996, 130 (uitgifte: 09-05-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-01-1999, Trb. 1999, 21 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Overeenkomst van 5 maart 1996
De Lidstaten van de Raad van Europa, die deze Overeenkomst hebben ondertekend,
Gelet op het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 (hierna te noemen ‘het Verdrag’);
Gelet op de Europese Overeenkomst betreffende personen die deelnemen aan procedures voor de Europese Commissie en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, ondertekend te Londen op 6 mei 1969;
Gelet op Protocol nr. 11 bij het Verdrag inzake herstructurering van het bij het Verdrag ingestelde controlemechanisme, ondertekend te Straatsburg op 11 mei 1994 (hierna te noemen ‘Protocol nr. 11 bij het Verdrag’), dat een permanent Europees Hof voor de Rechten van de Mens instelt (hierna te noemen ‘het Hof’), dat de Europese Commissie en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vervangt;
Overwegende, in het licht van deze ontwikkeling, dat het voor een betere verwezenlijking van de doelstelling van het Verdrag raadzaam is dat personen die deelnemen aan procedures voor het Hof bepaalde immuniteiten en faciliteiten worden verleend door een nieuwe Overeenkomst, de Europese Overeenkomst betreffende personen die deelnemen aan procedures voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (hierna te noemen ‘deze Overeenkomst’),
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep