NJB 2019/849:Investeringsarbitrage. Arbitraal vonnis. Vernietiging. Texpet heeft in het verleden deelgenomen aan oliewinning in Ecuador. Chevron is later indirect aandeelhouder van Texpet geworden. De Ecuadoraanse overheidsrechter heeft Chevron veroordeeld tot het betalen van een zeer aanzienlijke schadevergoeding aan Ecuadoraanse burgers wegens milieuschade en schade voor de volksgezondheid. Texpet en Chevron hebben op grond van een bilateraal investeringsverdrag (BIT) een arbitrageprocedure tegen Ecuador aanhangig gemaakt (met Den Haag als zetel van arbitrage). Het scheidsgerecht heeft voorlopige voorzieningen getroffen om de erkenning en de executie van het vonnis van de Ecuadoraanse overheidsrechter te verhinderen. In dit geding vordert Ecuador vernietiging van de arbitrale vonnissen door de Nederlandse overheidsrechter. Die wijst de vordering af. Hoge Raad: 1. Voorlopige voorziening. Tegen iedere beslissing in een arbitraal vonnis komt het rechtsmiddel van vernietiging open te staan, dus ook tegen een beslissing tot het treffen van een voorlopige voorziening. 2. Openbare orde. Belangen van derden. Het hof heeft vastgesteld dat de voorlopige voorzieningen de belangen raken van niet bij de arbitrageprocedure betrokken Ecuadoraanse burgers. Het is evenwel tot de slotsom gekomen dat dit in de omstandigheden van het onderhavige geval niet in strijd is met de openbare orde. Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is naar behoren gemotiveerd