Einde inhoudsopgave
Loodsenwet
Artikel 35
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
01-12-2021, Stb. 2021, 617 (uitgifte: 17-12-2021, kamerstukken: 35720)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2021, Stb. 2021, 618 (uitgifte: 17-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De voorzitter kan een klacht na een summier onderzoek terstond afwijzen bij een met redenen omklede schriftelijke beslissing indien hij van oordeel is dat de klager kennelijk niet-ontvankelijk is, dan wel de klacht kennelijk ongegrond of het tuchtcollege loodsen onbevoegd is.
2.
De secretaris zendt onverwijld een afschrift van de beslissing van de voorzitter aan de registerloods over wie geklaagd is, aan de klager en aan de algemene raad.
3.
De klager en de algemene raad kunnen binnen twee weken na de dag van verzending van de beslissing van de voorzitter tot afwijzing van een klacht schriftelijk verzet doen bij het tuchtcollege. Ten gevolge van het verzet vervalt de eerdere beslissing van de voorzitter.
4.
De voorzitter brengt klachten die niet door hem zijn afgewezen onverwijld ter kennis van het tuchtcollege loodsen.
5.
Intrekken van de klacht, nadat deze is ingediend, of staking van de werkzaamheden door de registerloods over wie geklaagd is, heeft op de verdere behandeling van de klacht geen invloed, wanneer naar het oordeel van het tuchtcollege loodsen het algemeen belang dat vermoedelijk is geschonden vordert dat de behandeling wordt voortgezet of wanneer degene over wie geklaagd is, schriftelijk heeft verklaard voortzetting van de behandeling van de klacht te verlangen.