NJ 1943/511
Verhaal op de onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap en op de bezittingen van de weduwe van den ondersteunde. Verzet door één der erfgenamen. Toepassing, voorzoover de niet-medeerfgenamen betreft, van het beginsel van art. 79, lid 2 Rv. Staat van kosten voor het totale bedrag zonder de noodige splitsing.
HR 18-06-1943, ECLI:NL:HR:1943:46
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 1943
- Magistraten
Mrs. van Loon, Nypels, van der Meulen, Smits en Weitjens
- Zaaknummer
[18061943/NJ_1943-511]
- Conclusie
Mr. Berger
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS132299:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1943:46, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑06‑1943
- Wetingang
(Rv art. 79; Armenwet 1912 art. 63, 69.)
Essentie
Verhaal op de onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap en op de bezittingen van de weduwe van den ondersteunde. Verzet door één der erfgenamen. Toepassing, voorzoover de niet-medeerfgenamen betreft, van het beginsel van art. 79, lid 2 Rv. Staat van kosten voor het totale bedrag zonder de noodige splitsing.
Samenvatting
Een geschil over de vraag, of er verhaal bestaat op den boedel van een overledene, welke onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard, betreft eene rechtsverhouding, waarover de rechter niet anders kan beslissen dan in één geding, gevoerd tegen allen te zamen. Aan het verweer door één der erven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.