Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 389/2012 administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004
Artikel 12 Deelname van ambtenaren van andere lidstaten aan administratieve onderzoeken
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2012
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2015, L 45).
- Bronpublicatie:
02-05-2012, PbEU 2012, L 121 (uitgifte: 08-05-2012, regelingnummer: 389/2012)
- Inwerkingtreding
28-05-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-05-2012, PbEU 2012, L 121 (uitgifte: 08-05-2012, regelingnummer: 389/2012)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
De verzoekende autoriteit en de aangezochte autoriteit kunnen overeenkomen dat, met het oog op de uitwisseling van de voor de correcte toepassing van de accijnswetgeving vereiste inlichtingen, door de verzoekende autoriteit gemachtigde ambtenaren, onder de door de aangezochte autoriteit vastgestelde voorwaarden, aanwezig mogen zijn in de kantoren van de administratieve autoriteiten van de aangezochte autoriteit, of op iedere andere plaats waar die autoriteiten hun taken vervullen.
Indien de verlangde inlichtingen in bescheiden staan waartoe de ambtenaren van de aangezochte autoriteit toegang hebben, ontvangen de ambtenaren van de verzoekende autoriteit afschriften daarvan.
2.
De verzoekende autoriteit en de aangezochte autoriteit kunnen overeenkomen dat, met het oog op de uitwisseling van de voor de correcte toepassing van de accijnswetgeving vereiste inlichtingen, door de verzoekende autoriteit aangewezen ambtenaren, onder de door de aangezochte autoriteit vastgestelde voorwaarden, aanwezig mogen zijn bij de administratieve onderzoeken die op het grondgebied van de aangezochte lidstaat worden uitgevoerd.
Wanneer zulks is overeengekomen, kunnen de ambtenaren van de verzoekende autoriteit toegang krijgen tot dezelfde plaatsen en bescheiden als de ambtenaren van de aangezochte autoriteit, door tussenkomst van deze ambtenaren en alleen met het oog op de uitvoering van het administratieve onderzoek. Ambtenaren van de verzoekende autoriteit voeren alleen onderzoeken uit en stellen alleen vragen met de instemming en onder het toezicht van ambtenaren van de aangezochte autoriteit. Zij oefenen de aan de ambtenaren van de aangezochte autoriteit verleende controlebevoegdheden niet uit.
3.
De ambtenaren van de verzoekende autoriteit die uit hoofde van de leden 1 en 2 in een andere lidstaat aanwezig zijn, dienen te allen tijde een schriftelijke opdracht te kunnen voorleggen waarin hun identiteit en hun officiële hoedanigheid zijn vermeld.