Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 208 Methodes en aannames
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2019
- Bronpublicatie:
08-03-2019, PbEU 2019, L 161 (uitgifte: 18-06-2019, regelingnummer: 2019/981)
- Inwerkingtreding
08-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2019, PbEU 2019, L 161 (uitgifte: 18-06-2019, regelingnummer: 2019/981)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Indien verzekerings- of herverzekeringsondernemingen verzekeringstechnisch risico cederen aan de hand van herverzekeringsovereenkomsten of special purpose vehicles die voldoen aan de vereisten als vastgesteld in de artikelen 209, 211 en 213 en indien deze regelingen bij verschillende van de scenariogebaseerde berekeningen als vastgesteld in titel I, hoofdstuk V, afdelingen 2, 3 en 4, in protectie voorzien, worden de risicolimiteringseffecten van deze contractuele regelingen aan de scenariogebaseerde berekeningen toegerekend op een wijze die, zonder dubbeltelling, het economisch effect van de geboden protecties weergeeft. Met name wordt het economisch effect van de geboden protecties weergegeven door het bepalen van het verlies aan kernvermogen in de scenariogebaseerde berekeningen.
2.
Wanneer verzekerings- of herverzekeringsondernemingen verzekeringstechnische risico's cederen aan de hand van finite herverzekeringsovereenkomsten, in de zin van artikel 210, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG, die voldoet aan de vereisten van de artikelen 209, 211 en 213 van deze verordening, worden die overeenkomsten in de scenariogebaseerde berekeningen als vastgesteld in titel I, hoofdstuk V, afdelingen 2, 3 en 4, van deze verordening slechts opgenomen voor zover verzekeringstechnisch risico aan de tegenpartij van de overeenkomst wordt gecedeerd. Onverminderd de voorgaande zin worden finite herverzekering, of soortgelijke regelingen waarbij de effectieve risicocessie vergelijkbaar is met die van finite herverzekering, niet in aanmerking genomen voor het bepalen van de volumemaatstaven voor premie- en reserverisico overeenkomstig de artikelen 116 en 147 van deze verordening, of voor de berekening van ondernemingsspecifieke parameters overeenkomstig afdeling 13 van dit hoofdstuk.