JWB 2013/192
HR, 05-04-2013, nr. 11/03982
HR 05-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2971
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2013
- Zaaknummer
11/03982
- LJN
BZ2971
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ2971, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ2971, Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 18‑01‑2013
Samenvatting
Casus
De onderhavige procedure betreft een op de voet van artikel 477a Rv gevoerde verklaringsprocedure. Door verweerster in cassatie is executoriaal gelegd derdenbeslag gelegd onder eiser tot cassatie, ten laste van zijn schuld aan zijn broer uit hoofde van de verdeling van de nalatenschap van hun moeder. Verweerster in cassatie betwist de verklaring van de derde-beslagene, eiser tot cassatie, dat hij niets aan zijn broer verschuldigd is omdat diens vordering door verrekening is tenietgegaan. De rechtbank heeft de waarde van de legitieme van de broer in de nalatenschap van zijn moeder gesteld op € 58.586,--. Het hof, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.