Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 50af [Non-conformiteit door verkeerde integratie]
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2022
- Bronpublicatie:
20-04-2022, Stb. 2022, 164 (uitgifte: 26-04-2022, kamerstukken: 35734)
- Inwerkingtreding
27-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-2022, Stb. 2022, 164 (uitgifte: 26-04-2022, kamerstukken: 35734)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
Elk gebrek aan overeenstemming van de digitale inhoud of digitale dienst met de overeenkomst dat het gevolg is van de verkeerde integratie ervan in de digitale omgeving van de consument wordt beschouwd als het niet beantwoorden aan de overeenkomst, indien:
- a.
de digitale inhoud of digitale dienst door de handelaar of onder diens verantwoordelijkheid werd geïntegreerd;
- b.
de digitale inhoud of digitale dienst bestemd was om door de consument te worden geïntegreerd en de verkeerde integratie te wijten was aan tekortkomingen in de door de handelaar verstrekte integratie-instructies.
2.
Indien een beperking die voortvloeit uit een schending van rechten van derden het gebruik van de digitale inhoud of digitale dienst overeenkomstig artikel 50ad of artikel 50ae beperkt, dan kan de consument een beroep doen op artikel 50ai.
3.
De handelaar bewijst dat:
- a.
de digitale inhoud of digitale dienst overeenkomstig artikel 50ac werd geleverd;
- b.
de geleverde digitale inhoud of digitale dienst bij de levering aan de overeenkomst heeft beantwoord voor zover het een gebrek betreft dat kenbaar wordt binnen één jaar vanaf het tijdstip waarop de digitale inhoud of digitale dienst werd geleverd.
4.
Lid 3, onderdeel b, is niet van toepassing indien de handelaar:
- a.
aantoont dat de digitale omgeving van de consument niet compatibel is met de technische vereisten van de digitale inhoud of digitale dienst;
- b.
de consument vóór het sluiten van de overeenkomst op duidelijke en begrijpelijke wijze op de hoogte is gesteld van deze vereisten.
5.
Voor zover het redelijkerwijs mogelijk en noodzakelijk is, geeft de consument de handelaar gelegenheid om met de technisch beschikbare middelen die voor de consument het minst ingrijpend zijn na te gaan of de oorzaak van het gebrek van de digitale inhoud of digitale dienst toe te schrijven is aan diens digitale omgeving. Indien de consument dit verzuimt en de handelaar heeft de consument voor het sluiten van de overeenkomst op duidelijke en begrijpelijke wijze van de medewerkingsplicht op de hoogte gesteld, bewijst de consument dat het gebrek bestond op het tijdstip bedoeld in artikel 50ag lid 2.