RvdW 2012/102
Arbeidsrecht. Vordering tot (vervangende) schadevergoeding wegens niet uitgekeerde bonusaanspraken. Onbegrijpelijk oordeel hof dat aanvullende bonusaanspraak over 2004 is overeengekomen. Oordeel dat bank ervoor aansprakelijk is dat zij werknemer heeft ontheven van bepaalde werkzaamheden, eveneens onbegrijpelijk nu hof essentiële stellingen bank niet kenbaar in zijn oordeel heeft betrokken.
HR 13-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0774
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 januari 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/05432
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BV0774
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV0774, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV0774, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2011
Essentie
Arbeidsrecht. Vordering tot (vervangende) schadevergoeding wegens niet uitgekeerde bonusaanspraken. Onbegrijpelijk oordeel hof dat aanvullende bonusaanspraak over 2004 is overeengekomen. Oordeel dat bank ervoor aansprakelijk is dat zij werknemer heeft ontheven van bepaalde werkzaamheden, eveneens onbegrijpelijk nu hof essentiële stellingen bank niet kenbaar in zijn oordeel heeft betrokken.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, verweerder in het incidentele cassatieberoep, adv.: mr. P. Garretsen,
tegen
The Royal Bank of Scotland N.V. (voorheen ABN AMRO Bank N.V.), te Amsterdam, verweerster in cassatie, eiseres in het incidentele cassatieberoep, adv.: mr. J.P. Heering en mr. L.B. de Graaf.