RI 2020/15
In hoeverre is er bij de beoordeling of aan het bepaaldheidsvereiste voldaan, ruimte voor toepassing van de Haviltex-maatstaf?
HR 22-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1841
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 november 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/02917
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS189033:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1841, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:845, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2018
- Wetingang
Essentie
Pandrecht. Pandakte. Bepaaldheidsvereiste. Haviltex.
In hoeverre is er bij de beoordeling of aan het bepaaldheidsvereiste is voldaan, ruimte voor toepassing van de Haviltex-maatstaf? (X/Heijmans Infra)
Samenvatting
Bij pandakte van 31 december 2010 verbindt A zich om aan eiseres te verpanden alle huidige en toekomstige vorderingen van A op derden uit welken hoofde ook, tot meerdere zekerheid voor de betaling van al hetgeen A aan eiseres schuldig is of mocht worden. In december 2013 start A een gerechtelijke procedure tegen Heijmans waarin A vordert dat Heijmans wordt veroordeeld tot betaling van € 13.500 aan A. Een op 27 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.