Einde inhoudsopgave
Besluit prudentiële regels Wft
Artikel 27 [Uitbesteding]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
10-12-2015, Stb. 2015, 512 (uitgifte: 18-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-07-2015, Stb. 2015, 308 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2015, Stb. 2015, 513 (uitgifte: 18-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-07-2015, Stb. 2015, 309 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Een financiële onderneming of bijkantoor als bedoeld in artikel 3:18, eerste lid, 3:22, 3:23, 3:24b, 3:26 of 3:27, van de wet gaat niet over tot het uitbesteden van werkzaamheden indien die uitbesteding een belemmering kan vormen voor een adequaat toezicht op de naleving van het bij of krachtens het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen van de wet bepaalde.
2.
Een betaalinstelling, clearinginstelling, elektronischgeldinstelling, bank, kredietunie, premiepensioeninstelling, verzekeraar met beperkte risico-omvang, wisselinstelling of bijkantoor als bedoeld in artikel 3:18, tweede lid, 3:23, 3:26 of 3:27 van de wet besteedt de taken en werkzaamheden van personen die het dagelijks beleid bepalen, daaronder mede verstaan het vaststellen van het beleid en het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid, niet uit.