Einde inhoudsopgave
Schepelingenbesluit
Artikel 43 Toezicht
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Bronpublicatie:
05-07-2012, Stb. 2012, 357 (uitgifte: 27-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2013, Stb. 2013, 287 (uitgifte: 12-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 36 tot en met 42 zijn belast de bij besluit van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen ambtenaren.
2.
Door het houden van onverwachte inspecties overtuigen de bij besluit van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen ambtenaren zich er van, dat de in dit hoofdstuk gegeven voorschriften behoorlijk worden nageleefd. Indien zij het noodzakelijk achten een monster van de voedingsmiddelen of van het drinkwater te nemen, roepen zij daartoe deskundige hulp in.
3.
De bij besluit van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen ambtenaren zijn bevoegd aanbevelingen te doen met betrekking tot de naleving van de in dit hoofdstuk gegeven voorschriften.
4.
Gedurende de reis houdt de kapitein of een door hem aan te wijzen officier, vergezeld van een verantwoordelijk lid van de civiele dienst, iedere maand een inspectie, waarbij wordt nagegaan de toestand van de voorraad levensmiddelen en water en waarbij tevens alle ruimten en uitrustingen gebruikt voor de bewaring en de behandeling van levensmiddelen en water, alsmede de kombuis en elke andere inrichting, gebruikt voor het bereiden en het opdienen van maaltijden worden geïnspecteerd. Van de bevindingen wordt in het scheepsdagboek melding gemaakt.
5.
Indien een derde deel van de schepelingen of een organisatie die rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is van zeewerkgevers of zeelieden schriftelijk een klacht indient bij Onze Minister van Infrastructuur en Milieu met betrekking tot de deugdelijkheid of de hoeveelheid van de eet- en drinkwaren, is deze verplicht een onderzoek in te stellen naar de gegrondheid van de klacht. De klacht moet zo spoedig mogelijk, en tenminste 24 uur vóór het vastgestelde tijdstip van vertrek ingediend zijn.