AB 2016/69
De belastingrechter moet op grond van het beginsel van onschuldpresumptie rekening houden met de feiten die zijn vastgesteld in de strafrechtelijke procedure die tot vrijspraak van klager heeft geleid. Eigendomsrecht staat in de weg aan invorderingsmaatregel die vrijspraak negeert.
EHRM 23-10-2014, ECLI:CE:ECHR:2014:1023JUD002778510, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik (Melo Tadeu/Portugal)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
23 oktober 2014
- Magistraten
I. Berro-Lefèvre, E. Steiner, K. Hajiyev, M. Lazarova Trajkovska, J. Laffranque, P. Pinto de Albuquerque, L-A Sicilianos
- Zaaknummer
27785/10
- Noot
T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- Roepnaam
Melo Tadeu/Portugal
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922819:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2014:1023JUD002778510, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 23‑10‑2014
- Wetingang
Art. 6 lid 2 EVRM; art.1 EP EVRM
Essentie
De belastingrechter moet op grond van het beginsel van onschuldpresumptie rekening houden met de feiten die zijn vastgesteld in de strafrechtelijke procedure die tot vrijspraak van klager heeft geleid. Eigendomsrecht staat in de weg aan invorderingsmaatregel die vrijspraak negeert.
Samenvatting
Klager heeft een betalingsbevel ontvangen wegens een belastingschuld van onderneming V. Zij heeft dit bevel ontvangen in de hoedanigheid van ‘feitelijk leidinggevende’ van de onderneming. Tijdens het horen van klager door de belastingdienst heeft zij aangegeven dat zij geen feitelijk leidinggevende is, maar een werknemer van onderneming V. Zij stelt dat zij daarom niet hoofdelijk aansprakelijk is voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.