Einde inhoudsopgave
Gerechtsdeurwaarderswet
Artikel 80 [Verordeningen]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2004
- Bronpublicatie:
05-02-2004, Stb. 2004, 50 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29217)
- Inwerkingtreding
01-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2004, Stb. 2004, 50 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29217)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Gerechtsdeurwaarder
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Verordeningen worden slechts vastgesteld met betrekking tot onderwerpen waarvan deze wet regeling of nadere regeling bij verordening voorschrijft.
2.
Verordeningen bevatten geen verplichtingen of voorschriften die niet strikt noodzakelijk zijn voor verwezenlijking van het doel dat met de verordening wordt beoogd en beperken niet onnodig de marktwerking.
3.
Voorstellen van verordeningen worden aan de ledenraad gedaan door het bestuur of door ten minste vijf leden van de ledenraad. Alvorens een ontwerp-verordening bij de ledenraad in te dienen kan het bestuur de kamer voor gerechtsdeurwaarders uitnodigen haar oordeel kenbaar te maken.
4.
De verordeningen van de KBvG zijn slechts verbindend voor haar leden en haar organen.
5.
Een verordening kan aan het bestuur van de KBvG de bevoegdheid toekennen tot het geven van nadere regels betreffende het in de verordening behandelde onderwerp.