NJFS 2012/105
Vrijspraak medeplichtigheid bij ontbreken opzet op gronddelict.
Rb. 's-Gravenhage 07-02-2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BV3408
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
7 februari 2012
- Magistraten
Mrs. J.J. Peters, H.J.M. Smid-Verhage, S.M. Krans
- Zaaknummer
09/755031-08
- LJN
BV3408
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:2012:BV3408, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 07‑02‑2012
- Wetingang
Essentie
Oplichting. Medeplichtigheid. Opzet. Verdachte wist dat hij behulpzaam was geweest bij het plegen van een vermogensdelict. Nu tussen het plegen van een vermogensdelict en oplichting niet een dusdanig verband bestaat dat de conclusie gerechtvaardigd is dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte (mede) gericht was op het gronddelict oplichting, volgt vrijspraak ter zake medeplichtigheid aan oplichting.
Partij(en)
De Rechtbank 's‑Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte. Adv.: mr. S.L. Sarin, te Haarlem.