Wijzigingswet Telecommunicatiewet, enz. (uitvoering EU-verordening elektronische identiteiten en vertrouwensdiensten)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 28-02-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2017, 13 (uitgifte: 30-01-2017, kamerstukken: 34413)
- Inwerkingtreding
28-02-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-02-2017, Stb. 2017, 63 (uitgifte: 27-02-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Privacy / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Wet van 21 december 2016 tot wijziging van de Telecommunicatiewet, de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene wet bestuursrecht alsmede daarmee samenhangende wijzigingen van andere wetten in verband met de uitvoering van EU-verordening elektronische identiteiten en vertrouwensdiensten
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L257) uit te voeren, en dat het wenselijk is de hiervoor noodzakelijke bepalingen aan te passen in de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet, de Algemene wet bestuursrecht, alsmede daarmee samenhangende wijzigingen van andere wetten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: