Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit verzamel- en verificatievereisten voor rapporterende platformexploitanten
Artikel 2 Verzamelen van inlichtingen over verkopers
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 541 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 541 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
1.
Met het oog op de rapportage, bedoeld in de artikelen 10j, eerste lid, en 10l, derde en vijfde lid, van de wet, verzamelt de rapporterende platformexploitant ten aanzien van iedere verkoper die een natuurlijke persoon en geen uitgesloten verkoper is de volgende inlichtingen:
- a.
voor- en achternaam;
- b.
het hoofdadres;
- c.
elk aan die verkoper afgegeven fiscale identificatienummer, met vermelding van elke lidstaat van afgifte, en bij gebrek daaraan, de geboorteplaats van die verkoper;
- d.
het btw-identificatienummer indien van toepassing;
- e.
de geboortedatum.
2.
Met het oog op de rapportage, bedoeld in het eerste lid, verzamelt de rapporterende platformexploitant ten aanzien van iedere verkoper die een entiteit en geen uitgesloten verkoper is de volgende inlichtingen:
- a.
de wettelijke benaming;
- b.
het hoofdadres;
- c.
elk aan die verkoper afgegeven fiscale identificatienummer met vermelding van elke lidstaat van afgifte;
- d.
het btw-identificatienummer indien van toepassing;
- e.
het bedrijfsregistratienummer;
- f.
het bestaan van elke vaste inrichting via welke relevante activiteiten worden verricht in de Europese Unie, voor zover van toepassing, met aanduiding van elke respectievelijke lidstaat waar een dergelijke vaste inrichting is gelegen.
3.
In afwijking van het eerste lid hoeft ten aanzien van iedere verkoper die een natuurlijke persoon en geen uitgesloten verkoper is en die ingezetene is als bedoeld in deel II, paragraaf D, OESO-modelregels van een niet-Unierechtsgebied dat een van kracht zijnde adequate overeenkomst heeft met Nederland die voorziet in de wederkerige uitwisseling van gelijkwaardige inlichtingen tussen Nederland en die staat niet te worden verzameld:
- a.
de geboorteplaats; en
- b.
het btw-identificatienummer.
4.
In afwijking van het tweede lid hoeft ten aanzien van een entiteit die geen uitgesloten verkoper is en die ingezetene is als bedoeld in deel II, paragraaf D, OESO-modelregels van een niet-Unierechtsgebied dat een van kracht zijnde adequate overeenkomst heeft met Nederland die voorziet in de wederkerige uitwisseling van gelijkwaardige inlichtingen tussen Nederland en die staat niet te worden verzameld:
- 1°
het btw-identificatienummer; en
- 2°
het bestaan van elke vaste inrichting via welke relevante activiteiten worden verricht.
5.
Niettegenstaande het eerste en tweede lid is de rapporterende platformexploitant niet verplicht de inlichtingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met e, en tweede lid, onderdelen b tot en met f, te verzamelen indien de inlichtingen zijn gebaseerd op een directe bevestiging van de identiteit en het hoofdadres van de verkoper via een identificatiedienst die door een lidstaat, de Europese Unie of een niet-Unierechtsgebied dat een van kracht zijnde adequate overeenkomst heeft met Nederland die voorziet in de wederkerige uitwisseling van gelijkwaardige inlichtingen tussen Nederland en die staat, beschikbaar is gesteld om de identiteit en de fiscale woonplaats van de verkoper vast te stellen.
6.
Niettegenstaande het eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdelen c en e, is de rapporterende platformexploitant niet verplicht het fiscale identificatienummer of, naargelang het geval, het bedrijfsregistratienummer te verzamelen indien de lidstaat of het niet-Unierechtsgebied dat een van kracht zijnde adequate overeenkomst heeft met Nederland die voorziet in de wederkerige uitwisseling van gelijkwaardige inlichtingen tussen Nederland en die staat, waarvan de verkoper een ingezetene is als bedoeld in bijlage V, deel II, onderdeel D, van Richtlijn 2011/16/EU, respectievelijk deel II, paragraaf D, OESO-modelregels, geen fiscaal identificatienummer of bedrijfsregistratienummer aan de verkoper afgeeft of niet verlangt dat het aan de verkoper afgegeven fiscale identificatienummer wordt verzameld.