Einde inhoudsopgave
Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1993
- Bronpublicatie:
09-09-1992, Stb. 1992, 531 (uitgifte: 13-10-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22225 Overheid.nl: 22225)
- Inwerkingtreding
01-07-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-1993, Stb. 1993, 294 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Ieder kind van de rampbestrijder die tijdens de rampbestrijdingsdienst is komen te overlijden, dat de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet heeft bereikt en niet gehuwd is of gehuwd geweest is, heeft recht op een wezenuitkering.
2.
Met het kind, bedoeld in het eerste lid, wordt gelijkgesteld het kind voor wie de rampbestrijder op het tijdstip van het overlijden de pleegouderlijke zorg had.
3.
Onder pleegouderlijke zorg, bedoeld in het tweede lid, wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind, als ware het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor.