Einde inhoudsopgave
Jeugdwet
Artikel 4.1.3 [Hulpverleningsplan of plan van aanpak]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
22-06-2022, Stb. 2022, 283 (uitgifte: 06-07-2022, kamerstukken: 35771)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-10-2022, Stb. 2022, 391 (uitgifte: 14-10-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Jeugdbeleid / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
1.
In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder plan: hulpverleningsplan of plan van aanpak.
2.
Indien afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan omvat het uitvoeren van artikel 4.1.1 het werken op basis van een plan dat zoveel mogelijk in samenspraak met de jeugdige en de ouders is opgesteld en dat is afgestemd op de behoeften van de jeugdige.
3.
Indien sprake is van pleegzorg vindt over het plan tevens overleg met de betrokken pleegouder plaats.
4.
Tenzij het de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering of gesloten jeugdhulp betreft, kan het plan mondeling overeen worden gekomen met de jeugdige en de ouders. Indien de jeugdige, een van de ouders of de jeugdhulpaanbieder dat wenst, wordt het plan binnen veertien dagen op schrift gesteld.
5.
Het plan wordt vastgesteld uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan.
6.
Indien het plan betrekking heeft op pleegzorg, behoeft het plan de instemming van de pleegouder, voor zover het betreft de omschrijving daarin van zijn rol in het hulpverleningsproces en van de wijze waarop de begeleiding door de pleegzorgaanbieder plaatsvindt.