Einde inhoudsopgave
Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten Generaal 2021
Artikel 9.23 Behandeling initiatiefwetsvoorstellen
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2021
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Kamerstukken 2021, 35322 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken: 35322-50)
- Inwerkingtreding
31-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2021, Stb. 2021, 34 (uitgifte: 28-01-2021, kamerstukken: 35654)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Een initiatiefwetsvoorstel wordt pas in handen van een commissie gesteld nadat het advies van de Afdeling advisering, bedoeld in artikel 9.22, eerste lid, met de schriftelijke reactie van de initiatiefnemers is openbaar gemaakt.
2.
Het initiatiefwetsvoorstel wordt op dezelfde wijze behandeld als door of vanwege de Koning ingediende wetsvoorstellen, met dien verstande dat:
- a.
overal waar sprake is van het optreden van een minister, de initiatiefnemers in zijn plaats optreden; en
- b.
de initiatiefnemers niet aan het onderzoek van het voorstel deelnemen.
3.
De initiatiefnemers kunnen zich in de vergadering van de commissies en van de Kamer doen bijstaan door ten hoogste vier door hen daartoe aangewezen personen.
4.
Indien ministers bij de behandeling het woord verlangen, krijgen zij dit na de initiatiefnemers, tenzij de Kamer anders besluit.