Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.56 Bodemrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 845 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32189)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Derden die geheel of gedeeltelijk recht menen te hebben op roerende zaken waarop ter zake van de belastingschuld beslag is gelegd of die een recht van terugvordering hebben jegens degene die een zaak onrechtmatig of van een onbevoegde heeft verkregen, kunnen verzet in rechte doen tegen de inbeslagneming vóór de verkoop en uiterlijk binnen zeven dagen te rekenen vanaf de dag van beslaglegging.
2.
Derden kunnen echter nimmer verzet in rechte doen tegen de inbeslagneming van roerende zaken, tot stoffering van een huis of ten gebruike van het bedrijf dienende, alsmede van ingeoogste vruchten, wanneer die zaken of vruchten zich tijdens de inbeslagneming bevinden in het bezit van de schuldenaar of in het huis, in de bedrijfsruimte of op het erf, door hem bewoond of bij hem in gebruik.