3.23.1 Het onderscheid tussen eenzijdige ‘ongerichte’ en ‘gerichte’ rechtshandelingen. Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Documentgegevens:
mr. J. den Hoed voorheen bewerkt door mr. Y.G. Blei Weissmann, actueel t/m 01-11-2022
Actueel t/m
01-11-2022
Tijdvak
01-01-1992 tot: -
Auteur
mr. J. den Hoed voorheen bewerkt door mr. Y.G. Blei Weissmann
Ter zake van de categorie eenzijdige rechtshandelingen onderscheidt het BW eenzijdige ‘gerichte’ en eenzijdige ‘ongerichte’ of 'niet-gerichte' rechtshandelingen.
Eenzijdige ‘gerichte’ rechtshandelingen kenmerken zich hierdoor dat zij tot stand komen door een verklaring die is gericht tot één of meer rechtstreeks of impliciet aangeduide personen, en eerst werking krijgen indien de desbetreffende verklaring die persoon of personen heeft bereikt in de zin van art. 3:37 lid 3 BW.
Het kenmerk van eenzijdige ‘ongerichte’ of 'niet-gerichte' rechtshandelingen is dat zij niet tot stand komen door een verklaring die is gericht tot één of meer rechtstreeks of impliciet aangeduide ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Verbintenissenrecht, art. 6:217 BW, aant. 3.23.1
3.23.1 Het onderscheid tussen eenzijdige ‘ongerichte’ en ‘gerichte’ rechtshandelingen. Algemeen
mr. J. den Hoed voorheen bewerkt door mr. Y.G. Blei Weissmann, actueel t/m 01-11-2022
01-11-2022
01-01-1992 tot: -
mr. J. den Hoed voorheen bewerkt door mr. Y.G. Blei Weissmann
GS Verbintenissenrecht, art. 6:217 BW, aant. 3.23.1
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
aanbod
totstandkoming overeenkomst
aanvaarding
Burgerlijk Wetboek Boek 6 artikel 217
Ter zake van de categorie eenzijdige rechtshandelingen onderscheidt het BW eenzijdige ‘gerichte’ en eenzijdige ‘ongerichte’ of 'niet-gerichte' rechtshandelingen.
Eenzijdige ‘gerichte’ rechtshandelingen kenmerken zich hierdoor dat zij tot stand komen door een verklaring die is gericht tot één of meer rechtstreeks of impliciet aangeduide personen, en eerst werking krijgen indien de desbetreffende verklaring die persoon of personen heeft bereikt in de zin van art. 3:37 lid 3 BW.
Het kenmerk van eenzijdige ‘ongerichte’ of 'niet-gerichte' rechtshandelingen is dat zij niet tot stand komen door een verklaring die is gericht tot één of meer rechtstreeks of impliciet aangeduide ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.