NJ 2024/243
Intellectuele eigendom. Octrooirecht. Beschermingsomvang octrooi; equivalentie; maatstaf; tweestappenbenadering. Verleningsdossier; betekenis invoeging kenmerk om prioriteit veilig te stellen.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 maart 2024
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
22/04766
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Noot
Ch. Gielen
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS980568:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:293, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1123, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2022
- Wetingang
Art. 69 lid 1 EOV; art. 2 Protocol inzake de uitleg van art. 69 EOV
Essentie
Intellectuele eigendom. Octrooirecht. Beschermingsomvang octrooi; equivalentie; maatstaf; tweestappenbenadering. Verleningsdossier; betekenis invoeging kenmerk om prioriteit veilig te stellen.
Samenvatting
Art. 2 van het Protocol inzake de uitleg van art. 69 EOV (hierna: Protocol) schrijft voor dat bij de bepaling van de beschermingsomvang van een octrooi op passende wijze rekening wordt gehouden met equivalenten. Het bevat geen aanwijzing welke wijze passend wordt geacht. In de praktijk zijn in hoofdzaak twee benaderingen te onderscheiden. In een eerste benadering vindt de uitleg van het octrooi plaats in één stap en worden equivalenten direct betrokken in de zoektocht naar ...