FED 2023/77
Bekendmaking aanmaning kan niet worden bewezen, dus betekeningskosten ten onrechte in rekening gebracht.
HR 26-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:785, m.nt. mr. M.H.W.N. Lammers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 mei 2023
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Fierstra
- Zaaknummer
21/04591
- Noot
mr. M.H.W.N. Lammers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS706845:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Dwanginvordering
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Griffierecht
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2023
ECLI:NL:HR:2023:785, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑05‑2023
- Wetingang
Essentie
Bekendmaking aanmaning kan niet worden bewezen, dus betekeningskosten ten onrechte in rekening gebracht.
Samenvatting
De ontvanger heeft aan belanghebbende per post een dwangbevel betekend. Daarbij heeft de ontvanger EUR 154 aan betekeningskosten in rekening gebracht. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze kosten. Vervolgens is tussen partijen in geschil of belanghebbende naar behoren is aangemaand. De Hoge Raad oordeelt dat uit de gedingstukken niet volgt welke postaanbieder door de ontvanger is ingeschakeld om het dwangbevel te versturen aan de belanghebbende. Daarmee heeft, aldus de Hoge Raad, de ontvanger niet aannemelijk gemaakt dat de aanmaning aan een postvervoerbedrijf is aangeboden voor verzending. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.