Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 851/2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding
Artikel 22 Opstelling van de begroting
Geldend
Geldend vanaf 26-12-2022
- Bronpublicatie:
23-11-2022, PbEU 2022, L 314 (uitgifte: 06-12-2022, regelingnummer: 2022/2370)
- Inwerkingtreding
26-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2022, PbEU 2022, L 314 (uitgifte: 06-12-2022, regelingnummer: 2022/2370)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor elk begrotingsjaar, dat samenvalt met het kalenderjaar, worden alle ontvangsten en uitgaven van het Centrum geraamd en vervolgens opgenomen in de begroting van het Centrum.
2.
De ontvangsten en uitgaven van de begroting van het Centrum zijn in evenwicht.
3.
De ontvangsten van het Centrum omvatten, afgezien van andere middelen:
- a)
een in de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Commissie) opgenomen subsidie van de Gemeenschap;
- b)
betalingen als vergoeding voor verleende diensten;
- c)
eventuele financiële bijdragen van de in artikel 5 bedoelde bevoegde organen;
- d)
eventuele vrijwillige financiële bijdragen van de lidstaten, en
- e)
eventuele ontvangsten uit bijdrage- of subsidieovereenkomsten die bij wijze van uitzondering tussen de Commissie en het Centrum zijn gesloten.
3 bis.
Financiering uit de begroting van de Unie kan aan het Centrum worden toegekend voor de kosten die het maakt bij de uitvoering van zijn werkprogramma en die in overeenstemming zijn met de doelstellingen en prioriteiten van de overeenkomstig Verordening (EU) 2021/522 van het Europees Parlement en de Raad (1) door de Commissie vastgestelde werkprogramma’s en met die van de Unieprogramma’s voor onderzoek en innovatie. Die financiering dekt niet de uitgaven die reeds worden gedekt door de algemene begroting van de Unie of door enige andere in lid 3 bepaalde bron van middelen van het Centrum.
4.
De uitgaven van het Centrum omvatten de bezoldiging van het personeel, de uitgaven voor administratie en infrastructuur, de huishoudelijke uitgaven en de uitgaven uit hoofde van de overeenkomsten die met de instellingen en derden zijn gesloten.
5.
De raad van bestuur maakt jaarlijks, op basis van een ontwerp van de directeur, een raming van de ontvangsten en uitgaven van het Centrum voor het volgende begrotingsjaar. Die raming, met inbegrip van een ontwerppersoneelsformatie, wordt opgenomen in het ontwerp van het enkelvoudig programmeringsdocument als bepaald in artikel 14, lid 5, punt e), van deze verordening. Overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (2) zendt het Centrum elk jaar uiterlijk op 31 januari het ontwerp van zijn enkelvoudig programmeringsdocument zoals goedgekeurd door zijn raad van bestuur, toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
6.
De raming wordt samen met het voorontwerp van begroting van de Europese Unie door de Commissie ingediend bij het Europees Parlement en de Raad (hierna ‘begrotingsautoriteit’ genoemd).
7.
Op basis van de raming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij nodig acht met betrekking tot de personeelsformatie en het bedrag van de subsidie ten laste van de algemene begroting op in het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie dat de Commissie overeenkomstig artikel 314 VWEU voorlegt aan de begrotingsautoriteit.
8.
De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de subsidie aan het Centrum goed. De begrotingsautoriteit stelt de personeelsformatie van het Centrum vast.
9.
De begroting van het Centrum wordt vastgesteld door de raad van bestuur. De begroting wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Europese Unie. De begroting wordt zo nodig dienovereenkomstig aangepast.
10.
De raad van bestuur stelt de begrotingsautoriteit zo spoedig mogelijk in kennis van de projecten die hij voornemens is te realiseren en die aanzienlijke financiële gevolgen voor de financiering van zijn begroting kunnen hebben, met name onroerend-goedprojecten zoals de huur of aankoop van gebouwen. Hij brengt de Commissie daarvan op de hoogte.
Wanneer een tak van de begrotingsautoriteit kennis heeft gegeven van zijn voornemen om een advies te verstrekken, doet hij dit advies aan de raad van bestuur toekomen binnen een termijn van zes weken te rekenen vanaf de kennisgeving van het project.
Voetnoten
Verordening (EU) 2021/522 van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 2021 tot vaststelling van een actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (‘EU4Health-programma’) voor de periode 2021–2027, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 282/2014 (PB L 107 van 26.3.2021, blz. 1);
Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).