Einde inhoudsopgave
Mededeling 2022/C 414/01 van de Commissie Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie
3.2.5.2 Steunregelingen
Geldend
Geldend vanaf 28-10-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
28-10-2022, PbEU 2022, C 414 (uitgifte: 28-10-2022, regelingnummer: 2022/C 414/01)
- Inwerkingtreding
28-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-2022, PbEU 2022, C 414 (uitgifte: 28-10-2022, regelingnummer: 2022/C 414/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Marktintegratie
Staatssteun (V)
118
Om met de interne markt verenigbaar te zijn, mogen aan te melden steunregelingen geen aanzienlijke verstoringen van de mededinging en het handelsverkeer opleveren. Met name kunnen steunregelingen, zelfs wanneer verstoringen op een individueel niveau als beperkt kunnen worden beschouwd (mits de steun noodzakelijk is en evenredig om de gemeenschappelijke doelstelling te bereiken), op cumulatieve basis nog steeds leiden tot sterke niveaus van verstoring. Dit soort verstoringen kan bijvoorbeeld voortvloeien uit het feit dat steun negatief uitwerkt op dynamische prikkels voor concurrenten om te innoveren. In het geval van een regeling die op bepaalde sectoren is gericht, is het risico op dit soort verstoringen nog meer uitgesproken.
119
Onverminderd punt 145 moeten lidstaten daarom aantonen dat negatieve effecten tot een minimum beperkt zullen zijn, rekening houdend met bijvoorbeeld de omvang van de betrokken projecten, de individuele en gecumuleerde steunbedragen, het verwachte aantal begunstigden en de kenmerken van de beoogde sectoren. Om de Commissie in staat te stellen de van aan te melden steunregelingen verwachte negatieve effecten te beoordelen, kunnen de lidstaten effectbeoordelingen meedelen, alsmede doorlichtingen achteraf die zijn uitgevoerd voor vergelijkbare eerdere regelingen.