NJ 2023/68
Onjuiste opvatting dat bestuurder met ongeldig Nederlands rijbewijs, maar geldig buitenlands rijbewijs, niet art. 9 lid 2 WVW 1994 overtreedt.
HR 24-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:69
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 januari 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, C. Caminada
- Zaaknummer
21/02056
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS688807:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:69, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:982, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑12‑2021
- Wetingang
Art. 9 lid 2 WVW 1994
Essentie
De opvatting dat de bestuurder van wie het Nederlandse rijbewijs ongeldig is verklaard maar die daarnaast beschikt over een geldig buitenlands rijbewijs, zich niet schuldig maakt aan het strafbare feit van art. 9 lid 2 eerste volzin WVW 1994, is onjuist.
Samenvatting
Verdachte is veroordeeld wegens het besturen van een motorrijtuig terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard (art. 9 lid 2 WVW). Bij het hof is aangevoerd dat het Nederlandse rijbewijs van verdachte ongeldig was verklaard, maar dat hij beschikte over een geldig Bosnisch rijbewijs en dus in ieder geval mocht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.