AB 2023/60
Buitenwerkingstelling rechterlijke dwangsom op grond van de Tijdelijke wet afschaffing dwangsommen IND in strijd met het Unierechtelijke beginsel van effectieve rechtsbescherming, zoals neergelegd in artikel 47 EU Handvest en het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 52 EU Handvest.
ABRvS 30-11-2022, ECLI:NL:RVS:2022:3353, m.nt. V.M. Bex-Reimert
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
30 november 2022
- Magistraten
Mrs. N.Verheij, C.J. Borman, A.J.C. de Moor-van Vught
- Zaaknummer
202203068/1/V1
- Noot
V.M. Bex-Reimert
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS688887:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2022:3353, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 30‑11‑2022
- Wetingang
Art. 47, 52 Handvest Grondrechten EU; art. 31 Richtlijn 2013/32/EU (Procedurerichtlijn); art. 8:55c, 8:72 Awb
Essentie
De rechtbank heeft terecht overwogen dat een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit zonder de mogelijkheid van een rechterlijke dwangsom of alternatief dwangmiddel onvoldoende is om te voldoen aan het in artikel 47 van het EU Handvest neergelegde beginsel van effectieve rechtsbescherming. Zonder rechterlijke dwangsom heeft de vreemdeling namelijk geen mogelijkheid om af te dwingen dat de staatssecretaris uitvoering geeft aan de uitspraak van de rechter, waarin die, na te hebben geconstateerd dat de staatssecretaris heeft nagelaten binnen de in de artikelen 42 en 43 van de Vw 2000 gestelde beslistermijnen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.