Einde inhoudsopgave
Gedragsregels advocatuur 2018
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 14-02-2018
- Bronpublicatie:
14-02-2018, Internet 2018, www.advocatenorde.nl (uitgifte: 14-02-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-02-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-2018, Internet 2018, www.advocatenorde.nl (uitgifte: 14-02-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
Tegen het verrichten van werkzaamheden in een andere hoedanigheid bestaan in beginsel geen deontologische bezwaren. Reeds geruime tijd geleden heeft het hof van discipline geoordeeld dat het niet ongeoorloofd is dat een advocaat, naast zijn praktijk als zodanig, zijn kunde en ervaring productief maakt op andere terreinen van economische werkzaamheid (HvD 11 december 1961, nr. 113, Advocatenblad 1962, p. 110). Geheel onbegrensd is die ruimte niet. Ook bij de bepaling of nevenwerkzaamheden in voorkomend geval verenigbaar zijn met de advocatuur, spelen zowel de kernwaarden als het publieke vertrouwen in de advocatuur een belangrijke rol. Zo is onder meer een nevenbetrekking die de onafhankelijkheid van een advocaat in gevaar brengt, een onverenigbare betrekking.
Overigens dient een betrekking waarmee het beroep van advocaat onverenigbaar is op grond van de Advocatenwet te leiden tot een verzoek tot schrapping van het tableau (zie artikel 8c, eerste lid, Advocatenwet).