Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening belastingen [Aruba]
Artikel 51 [Geen beroep op geheuimhoudingsplicht, verschoningsrecht]
Geldend
Geldend vanaf 22-11-2014
- Bronpublicatie:
12-11-2014, Afkondigingsblad van Aruba 2014, 54 (uitgifte: 21-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-11-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-11-2014, Afkondigingsblad van Aruba 2014, 54 (uitgifte: 21-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Niemand beroept zich voor een weigering om te voldoen aan de in de artikelen 45 tot en met 48 omschreven verplichtingen op de omstandigheid dat hij uit enigerlei hoofde tot geheimhouding verplicht is, zelfs niet indien deze hem bij een landsverordening is opgelegd.
2.
Niemand beroept zich voor een weigering om te voldoen aan de verplichtingen ten aanzien van derden als bedoeld in artikel 49, eerste lid, op de omstandigheid dat hij uit enigerlei hoofde tot geheimhouding verplicht is.
3.
In afwijking van het tweede lid van dit artikel geldt de verplichting tot het verstrekken van informatie niet voor notarissen, advocaten, artsen, apothekers en bekleders van een geestelijk ambt, indien het informatie betreft tussen een cliënt en een advocaat of notaris, tussen een patiënt en zijn arts of apotheker, dan wel tussen een volgeling en een bekleder van een geestelijk ambt voor zover zij uit hoofde van hun stand, ambt of beroep tot geheimhouding zijn verplicht en de informatie:
- a.
ten aanzien van notarissen en advocaten: is verkregen ten behoeve van het zoeken naar of het verstrekken van juridisch advies, of is geproduceerd ten behoeve van gebruik in bestaande of mogelijke gerechtelijke procedures;
- b.
ten aanzien van artsen en apothekers: is verkregen door de behandelrelatie tussen de patiënt en de arts of apotheker; of
- c.
ten aanzien van de bekleder van een geestelijk ambt: is verkregen in de vertrouwensrelatie tussen een volgeling en een bekleder van een geestelijk ambt.
4.
Met betrekking tot de verplichtingen ten aanzien van de heffing van belasting waarvan de inhouding aan administratieplichtigen is opgedragen, is het eerste lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing.