Einde inhoudsopgave
Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties
Artikel 14 Verklaring omtrent gedrag en faillissement
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2007
- Bronpublicatie:
06-12-2007, Stb. 2007, 530 (uitgifte: 20-12-2007, kamerstukken: 31059)
- Inwerkingtreding
21-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2007, Stb. 2007, 530 (uitgifte: 20-12-2007, kamerstukken: 31059)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de toegang tot of uitoefening van een gereglementeerd beroep mede afhankelijk is gesteld van:
- a.
een verklaring omtrent het gedrag of een ander document waaruit blijkt van een betrouwbaarheidsoordeel bij of krachtens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, of
- b.
een document waaruit blijkt dat de migrerende beroepsbeoefenaar niet in staat van faillissement heeft verkeerd, noch ten aanzien van de migrerende beroepsbeoefenaar de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is geweest,
geldt als zodanig een met die verklaring of dat document overeenkomend document, afgegeven door het bevoegd gezag van de betrokken staat van oorsprong of herkomst van de migrerende beroepsbeoefenaar.
2.
Indien documenten als bedoeld in het eerste lid niet door het bevoegd gezag in de betrokken staat van oorsprong of herkomst worden afgegeven, kan de migrerende beroepsbeoefenaar volstaan met het afleggen van een verklaring onder ede of een plechtige verklaring ten overstaan van een daartoe in die betrokken staat bevoegde gerechtelijke of bestuurlijke autoriteit, een notaris of een in die betrokken staat bevoegde beroepsorganisatie, die een attest afgeeft waaruit blijkt dat deze verklaring onder ede of plechtige verklaring is afgelegd.
3.
De in het eerste en tweede lid bedoelde verklaringen, documenten en attesten mogen bij indiening van een aanvraag tot het verkrijgen van een erkenning van beroepskwalificaties niet ouder zijn dan drie maanden.