Procestaal: Italiaans.
HvJ EU, 06-11-2014, nr. C-546/13
ECLI:EU:C:2014:2348
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
06-11-2014
- Magistraten
C. Vajda, A. Rosas, E. Juhász
- Zaaknummer
C-546/13
- Roepnaam
ADL
- Vakgebied(en)
Douane (V)
EU-recht (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:EU:C:2014:2348, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 06‑11‑2014
Uitspraak 06‑11‑2014
C. Vajda, A. Rosas, E. Juhász
Partij(en)
In zaak C-546/13,*
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) bij beslissing van 19 maart 2013, ingekomen bij het Hof op 22 oktober 2013, in de procedure
Agenzia delle Dogane,
Ufficio di Verona dell'Agenzia delle Dogane
tegen
ADL American Dataline Srl,
wijst
HET HOF (Tiende kamer),
samengesteld als volgt: C. Vajda (rapporteur), kamerpresident, A. Rosas en E. Juhász, rechters,
advocaat-generaal: Y. Bot,
griffier: A. Calot Escobar,
gezien de stukken,
gelet op de opmerkingen van:
- —
de Italiaanse regering, vertegenwoordigd door G. Palmieri als gemachtigde, bijgestaan door F Urbani Neri, avvocato dello Stato,
- —
de Europese Commissie, vertegenwoordigd door A. Caeiros en G. Gattinara als gemachtigden,
gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
Arrest
1
Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van postonderverdelingen 8471 60 90 en 8518 22 90 van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: ‘GN’) die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), in de versies die achtereenvolgens voortvloeien uit verordening (EG) nr. 2388/2000 van de Commissie van 13 oktober 2000 (PB L 264, blz. 1), verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 (PB L 279, blz. 1), verordening (EG) nr. 1832/2002 van de Commissie van 1 augustus 2002 (PB L 290, blz. 1) en verordening (EG) nr. 1789/2003 van de Commissie van 11 september 2003 (PB L 281, blz. 1).
2
Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen de Agenzia delle Dogane (douaneautoriteit) en de Ufficio di Verona dell'Agenzia delle Dogane (douanekantoor Verona; hierna: ‘Ufficio di Verona’) enerzijds en ADL American Dataline Srl (hierna: ‘ADL’) anderzijds betreffende de tariefindeling van klankkasten in de GN.
Toepasselijke bepalingen
Geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen
3
De Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie (WDO), werd opgericht bij het op 15 december 1950 te Brussel gesloten Verdrag houdende instelling ervan. Het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: ‘GS’) is opgesteld door de WDO en ingevoerd bij het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: ‘GS-Verdrag’). Dit verdrag is samen met het daarbij behorende protocol van wijziging van 24 juni 1986 namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB L 198, blz. 1)
4
Krachtens artikel 3, lid 1, van het GS-verdrag verbindt elke verdragsluitende partij zich om haar tariefnomenclatuur en haar statistieknomenclaturen in overeenstemming te doen zijn met het GS, om alle posten en onderverdelingen ervan, zonder enige toevoeging of wijziging, alsmede de daarop betrekking hebbende numerieke codes te gebruiken, en om de volgorde van nummering van het systeem in acht te nemen. Elke verdragsluitende partij verbindt zich ook om de algemene regels voor de interpretatie van het GS, alsmede alle aantekeningen op de afdelingen, de hoofdstukken en de onderverdelingen van het GS toe te passen en de draagwijdte daarvan niet te wijzigen.
5
De WDO keurt, onder de voorwaarden als bepaald in artikel 8 van het GS-Verdrag, de toelichtingen en de indelingsadviezen goed die worden vastgesteld door het comité voor het GS.
6
Op de datum van de feiten van het hoofdgeding luidde de GS-toelichting op GN-post 8471 als volgt:
- ‘I.
Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor;
Gegevensverwerking houdt de bewerking in van alle soorten informatie in tevoren — met het oog op een bepaald doel of bepaalde doeleinden — vastgestelde logische volgorde.
[…]’
7
De GS-toelichting op post 8471, die op 1 februari 2002 in werking is getreden krachtens artikel 8, lid 2, van het GS-Verdrag, luidde als volgt:
‘D. Afzonderlijk aangeboden eenheden
[…]
Een eenheid wordt als een deel van een compleet gegevensverwerkend systeem aangemerkt indien zij een gegevensverwerkende functie vervult en aan de volgende voorwaarden voldoet:
- a)
zij moet uitsluitend of hoofdzakelijk gebruikt kunnen worden in een automatisch gegevensverwerkend systeem;
- b)
zij moet, hetzij rechtstreeks hetzij door tussenschakeling van één of meer andere eenheden, op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten; en
- c)
zij moet in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm (codes of signalen) die bruikbaar is voor het systeem.
Indien de eenheid een eigen functie vervult, andere dan automatische gegevensverwerking, moet zij worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig haar functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost (zie aantekening 5.E op dit hoofdstuk).
[…]’
8
De GS-toelichting op post 8518, die op 1 februari 2004 in werking is getreden krachtens artikel 8, lid 2 van het GS-Verdrag, luidde als volgt:
‘B. Luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast
[…]
Naar gelang van hun bestemming kunnen luidsprekers gemonteerd zijn in chassis of kasten van uiteenlopende aard, die doorgaans een akoestisch effect hebben en zelfs meubelen kunnen zijn. Deze samenstellingen blijven hier echter ingedeeld indien de luidspreker de hoofdfunctie vervult. Afzonderlijk aangeboden chassis of kasten behoren eveneens tot deze post indien ze kennelijk hoofdzakelijk zijn ontworpen voor de montage van luidsprekers, met uitzondering evenwel van bij hoofdstuk 94 bedoelde meubelen, die bijkomstig zijn ingericht om een luidspreker te bevatten.
Deze post omvat luidsprekers die zijn ontworpen voor aansluiting op een automatische gegevensverwerkende machine, wanneer zij afzonderlijk worden aangeboden.’
Verordening nr. 2658/87
9
Artikel 10, lid 2, van verordening nr. 2658/87, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 254/2000 van de Raad van 31 januari 2000 (PB L 28, blz. 16), bepaalt:
‘Wanneer naar dit lid wordt verwezen zijn de artikelen 4 en 7 van besluit 1999/468/EG [van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184, blz. 23)] van toepassing.
De in artikel 4, lid 3, van besluit 1999/468/EG genoemde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.’
10
Artikel 12 van deze verordening, zoals gewijzigd, luidt:
- ‘1.
De Commissie stelt jaarlijks bij verordening een volledige versie vast van de [GN], met het daarbij behorende tarief van de douanerechten overeenkomstig artikel 1, zoals die uit de door de Raad of de Commissie vastgestelde bepalingen voortvloeit. De genoemde verordening wordt uiterlijk 31 oktober in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt en is van toepassing met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar.
- 2.
Maatregelen en informatie in verband met het gemeenschappelijk douanetarief en TARIC [(geïntegreerd tarief van de Europese Gemeenschappen)] worden, indien mogelijk, met elektronische middelen en met gebruikmaking van systemen voor automatische gegevensverwerking bekendgemaakt.
- 3.
Met het oog op de uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief en TARIC neemt de Commissie de nodige maatregelen om de praktijken van de douanelaboratoria van de lidstaten te coördineren en te harmoniseren, indien mogelijk met gebruikmaking van systemen voor automatische gegevensverwerking.’
GN
11
De tariefindeling van goederen die in de Europese Unie worden ingevoerd, wordt geregeld door de GN. De versies die van toepassing zijn op de feiten in het hoofdgeding, die plaatsvonden van 2001 tot 2003, zijn die welke voortvloeien uit verordeningen nrs. 2388/2000, 2031/2001, 1832/2002 en 1789/2003. In deze versies zijn de algemene regels, de tariefposten van hoofdstuk 84 van de GN en de aantekeningen op dat hoofdstuk waarop de prejudiciële vragen betrekking hebben, gelijkluidend.
12
De algemene regels voor de interpretatie van de GN in het eerste deel, titel I, A, ervan bepalen:
‘Voor de indeling van goederen in de [GN] gelden de volgende bepalingen.
- 1.
De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en — voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen — de navolgende regels.
[…]
- 3.
Indien goederen […] vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt.
- a)
de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft;
- b)
mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3 a), worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald;
- c)
in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder 3 a) en 3 b) niet mogelijk is, wordt van de verschillende in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.
[…]
- 6.
Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede ‘mutatis mutandis’ de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.’
13
Het tweede deel van de GN bevat een afdeling XVI, met het opschrift ‘Machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen’.
14
De aantekeningen 3, 4 en 5 op afdeling XVI van de GN luiden als volgt:
- ‘3.
Voor zover niets anders is bepaald, worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die één geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex.
- 4.
Indien een machine of een combinatie van machines uit individuele elementen bestaat (ook indien afzonderlijk opgesteld of onderling verbonden door elektrische of andere leidingen, overbrengingsmechanismen of andere voorzieningen), bestemd om gezamenlijk één welbepaalde functie te verrichten, zoals bedoeld bij een der posten van hoofdstuk 84 of 85, wordt het geheel ingedeeld onder de post die in verband met die functie van toepassing is.
- 5.
Voor de toepassing van vorenstaande aantekeningen heeft het woord ‘machines’ zowel betrekking op machines als op de verschillende toestellen, apparaten, uitrustingen en werktuigen, bedoeld bij hoofdstuk 84 of 85.’
15
Afdeling XVI van de GN bevat een hoofdstuk 84, met het opschrift ‘Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan’. Dit hoofdstuk bevat onder meer de volgende posten:
‘8471 Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen:
[…]
- —
andere digitale automatische gegevensverwerkende machines:
[…]
8471 60 - invoereenheden en uitvoereenheden, ook indien zij in dezelfde behuizing geheugeneenheden bevatten:
[…]
8471 60 90 - - - andere
[…]’
16
Aantekening 5 op dit hoofdstuk 84 luidt als volgt:
‘[…]
- B.
Automatische gegevensverwerkende machines kunnen voorkomen in de vorm van systemen bestaande uit een variabel aantal afzonderlijke eenheden. Met inachtneming van het bepaalde in letter E hierna, wordt een eenheid als een deel van een compleet systeem aangemerkt, indien zij aan alle hierna omschreven voorwaarden voldoet, te weten:
- a)
zij moet van de soort zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem;
- b)
zij moet, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenschakeling van een of meer andere eenheden, op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten, en
- c)
zij moet in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm — codes of signalen — die bruikbaar is voor het systeem.
[…]
- E.
Machines die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen en die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmede in samenhang worden gebruikt, worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost.’
17
Aantekening 5, C en D, op hoofdstuk 84 van de GN is later gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1549/2006 van de Commissie van 17 oktober 2006 (PB L 301, blz. 1), die in werking is getreden op 1 januari 2007. Aantekening 5, C, op dit hoofdstuk luidt als volgt:
‘Met inachtneming van het bepaalde onder D en E hierna, wordt een eenheid als een deel van een compleet systeem aangemerkt, indien zij aan alle hierna omschreven voorwaarden voldoet, te weten:
- 1)
zij moet van de soort zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem;
- 2)
zij moet, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenschakeling van een of meer andere eenheden, op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten, en
- 3)
zij moet in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm — codes of signalen — die bruikbaar is voor het systeem.
Afzonderlijk aangeboden eenheden van een automatische gegevensverwerkende machine worden onder post 8471 ingedeeld.
[…]’
18
Aantekening 5, D, op hoofdstuk 84 van de GN, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1549/2006, luidt als volgt:
‘Post 8471 omvat niet de navolgende toestellen indien zij afzonderlijk worden aangeboden, zelfs indien zij beantwoorden aan alle in aantekening 5, onder C, hiervoor vermelde voorwaarden:
[…]
- 3)
luidsprekers en microfoons;
[…]’
19
Afdeling XVI van de GN bevat tevens een hoofdstuk 85, met het opschrift ‘Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen’.
20
In de versie van de GN die voortvloeit uit verordening nr. 2388/2000 luidt post 8518 als volgt:
‘8518 Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; hoofdtelefoons en oortelefoons, ook indien gecombineerd met een microfoon; elektrische audiofrequentversterkers; elektrische geluidsversterkers:
[…]
8518 22 - - kasten met meer dan één luidspreker:
[…]
8518 22 90 - - - andere’
21
Zowel in de versie van de GN die voortvloeit uit verordening nr. 2031/2001 als in die welke voortvloeit uit verordening nr. 1832/2002 luidt GN-post 8518 als volgt:
‘8518 Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; hoofdtelefoons en oortelefoons, ook indien gecombineerd met een microfoon, en stellen of assortimenten bestaande uit een microfoon en een of meer luidsprekers; elektrische audiofrequentversterkers; elektrische geluidsversterkers:
[…]
8518 22 - - kasten met meer dan een luidspreker:
[…]
8518 22 90 - - - andere’
22
In de versie van de GN die voortvloeit uit verordening nr. 1789/2003 luidt post 8518 als volgt:
‘8518 Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; hoofdtelefoons en oortelefoons, ook indien gecombineerd met een microfoon, en stellen of assortimenten bestaande uit een microfoon en een of meer luidsprekers; elektrische audiofrequentversterkers; elektrische geluidsversterkers:
[…]
8518 22 - - kasten met meer dan een luidspreker:
[…]
8518 22 90 - - - andere’
Hoofdgeding en prejudiciële vragen
23
In de periode van december 2001 tot oktober 2003 heeft ADL klankkasten in de Unie ingevoerd die waren vervaardigd door de in de Verenigde Staten gevestigde vennootschap Harman Multimedia, en die waren bestemd om uitsluitend te worden gebruikt als perifere uitvoereenheden voor computers van het merk Apple.
24
Voor haar douaneaangifte heeft ADL de ingevoerde klankkasten ingedeeld onder onderverdeling 8471 60 90 van de GN als randapparatuur voor computers, zodat zij van douanerechten waren vrijgesteld. Bij de inspectie van de goederen door de Ufficio di Verona en het douanekantoor van Treviso (Italië) bij bepaalde van deze invoertransacties werden geen opmerkingen gemaakt over deze tariefindeling.
25
In 2005 heeft de Ufficio di Verona, na een procedure van herziening van een definitief geworden aanslag, de door ADL verschuldigde rechten a posteriori vastgesteld, op grond dat die klankkasten ten onrechte waren ingedeeld onder postonderverdeling 8471 60 90 van de GN als randapparatuur voor computers, met vrijstelling van douanerechten als gevolg, in plaats van te zijn ingedeeld onder GN-onderverdeling 8518 22 90 als luidsprekers, waarvoor een douanerecht van 4,5 % geldt.
26
De bevoegde Commissioni tributarie (fiscale commissies), waarbij ten gronde beroep tot nietigverklaring van de beschikkingen houdende heffing van douanerechten ten laste van ADL was ingesteld, hebben de vorderingen van deze laatste toegewezen.
27
Bij arrest van 10 juli 2009 was de Commissione tributaria della regione Veneto (regionale fiscale commissie van Venetië) van oordeel dat de betrokken klankkasten terecht waren ingedeeld onder GN-onderverdeling 8471 60 90, aangezien deze volgens de gebruiksaanwijzing ervan ‘uitsluitend [konden] worden gebruikt [als zij] via een usb-kabel [werden] aangesloten op een computer die draait onder het besturingssysteem MAC OS 9.04 of een geavanceerder systeem’ en niet compatibel waren ‘met andere audioapparatuur dan pc's noch met pc's die draaien onder andere besturingssystemen dan MAC OS 9’.
28
De Agenzia delle Dogane is tegen dit arrest opgekomen bij de verwijzende rechter, met name op grond dat de douaneclassificatie van die kasten onjuist is. Zij heeft in wezen aangevoerd dat de ingevoerde goederen waren omschreven als klankkasten (‘multimediaspeakers’) waarvan de functie erin bestaat geluid weer te geven door een elektromagnetisch signaal om te zetten in geluidsgolven en dat zij uitsluitend konden worden aangesloten op een pc. Volgens de Agenzia delle Dogane hadden de ingevoerde goederen dus alle kenmerken om te worden ingedeeld zowel onder GN-post 8518 als luidsprekers, als onder GN-onderverdeling 8471 60 als uitvoereenheden van automatische gegevensverwerkende machines.
29
De verwijzende rechter is enerzijds van mening dat het door de bodemrechter vastgestelde technische kenmerk, met name dat de ingevoerde goederen uitsluitend kunnen worden gebruikt als zij zijn aangesloten op een computer die draait onder een bepaald besturingssysteem, pleit voor een indeling onder GN-onderverdeling 8471 60 90. Anderzijds is hij van mening dat het functionele element van de klankkast, die bedoeld is om geluid weer te geven, gaat in de richting van een indeling onder GN-onderverdeling 8518 22 90, voor zover deze specifieke functie wordt erkend als een functie ‘andere dan automatische gegevensverwerking’, zoals blijkt uit aantekening 5, E, op hoofdstuk 84 van de GN.
30
In deze omstandigheden heeft de Corte suprema di cassazione (Hof van cassatie) de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:
- ‘1)
Verzetten de artikelen 10, lid 2, en 12, van verordening [nr. 2658/87] en het rechtszekerheidsbeginsel zich ertegen dat uit de wijzigingen van de aantekeningen op hoofdstuk 84 van de Tabel der rechten in het tweede deel van bijlage I bij verordening [nr. 1549/2006] (waardoor klankkasten zijn uitgesloten van post 8471 [van de GN] indien zij afzonderlijk van machines voor automatische gegevensverwerking worden aangeboden) uitleggingsaanwijzingen worden afgeleid om vast te stellen dat de door [ADL] ingevoerde producten […] een eigen functie (weergave en versterking van geluid) ‘andere’ dan gegevensverwerking, vervullen?
- 2)
Zijn de door [ADL] ingevoerde producten […], namelijk ‘klankkasten’ die afzonderlijk van de machine voor automatische gegevensverwerking worden aangeboden, inrichtingen die ‘een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen’ — voor zover de weergave en versterking van geluid als een dergelijke functie moet worden opgevat — of kunnen zij niet worden opgevat als systeemeenheden die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen aangezien zij, gezien hun specifieke technische kenmerken (uitsluitend aansluiting met usb-kabel; besturingssysteem MAC OS 9 noodzakelijk),‘geen functie vervullen die zij zonder een dergelijke machine [namelijk een machine voor automatische gegevensverwerking] zouden kunnen uitoefenen’ (zie arresten [Peacock, C-339/98, EU:C:2000:573], punten 14 en 15, en [Olicom, C-142/06, EU:C:2007:449], punten 20, 29 en 30, die weliswaar betrekking hebben op een ander type inrichtingen — netwerkkaarten en zogenoemde gecombineerde kaarten — maar waarin het Hof het ontbreken van ‘andere’ eigen functies lijkt af te leiden uit de twee kenmerken dat de inrichting uitsluitend werkt met behulp van een pc en dat zij in staat is uitgangssignalen die door de computer worden doorgegeven te ontvangen en om te zetten)?’
Beantwoording van de prejudiciële vragen
Tweede vraag
31
Met zijn tweede vraag, die eerst dient te worden onderzocht, vraagt de verwijzende rechter in wezen of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten dienen te worden ingedeeld als uitvoereenheden van een automatische gegevensverwerkende machine, onder GN-onderverdeling 8471 60 90, of als luidsprekers, onder GN-onderverdeling 8518 22 90.
32
Volgens vaste rechtspraak moet, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdeling of het hoofdstuk zijn omschreven (arrest Delphi Deutschland, C-423/10, EU:C:2011:315, punt 23 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
33
De door de Commissie voor de GN en door de WDO voor het GS uitgewerkte toelichtingen zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten (arrest Delphi Deutschland, EU:C:2011:315, punt 24 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
34
Voorts kan voor de indeling onder de juiste post de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie arrest Olicom, C-142/06, EU:C:2007:449, punt 18).
35
Opgemerkt dient te worden dat GN-onderverdeling 8471 60 90 in de volgende bewoordingen is gesteld: ‘andere’. Zoals blijkt uit de bewoordingen van het opschrift vóór postonderverdeling 8471 60, ziet GN-onderverdeling 8471 60 90 op ‘andere digitale automatische gegevensverwerkende machines’. Tevens dient erop te worden gewezen dat GN-onderverdeling 8518 22 90 in de volgende bewoordingen is gesteld: ‘andere’. Evenwel blijkt uit de bewoordingen van GN-onderverdeling 8518 22 dat postonderverdeling 8518 22 90 ziet op kasten met meer dan een luidspreker.
36
In dit verband dient eraan te worden herinnerd dat volgens aantekening 5, E, op hoofdstuk 84 van de GN ‘[m]achines die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen en die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmede in samenhang worden gebruikt, worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost.’
37
Uit de bewoordingen van deze aantekening blijkt dat de ‘eigen functie’ die wordt vervuld door een machine die werkt met een automatische gegevensverwerkende machine, een ‘andere dan automatische gegevensverwerking’ moet zijn (arrest Kip Europe e.a., C-362/07 en C-363/07, EU:C:2008:710, punt 32 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
38
Bovendien blijkt uit de algemene opzet en het doel van voornoemde aantekening dat de daarin vermelde woorden ‘worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt’ er niet toe strekken een functie van het in te delen apparaat voorrang te verlenen boven andere functies ervan die onder de gegevensverwerking vallen, maar beogen te verhinderen dat apparaten met een andere functie dan gegevensverwerking zouden worden ingedeeld onder GN-post 8471 om de enkele reden dat zij een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of in samenhang daarmee worden gebruikt (arrest Kip Europe e.a., EU:C:2008:710, punt 33).
39
‘Gegevensverwerking’ houdt volgens de eerste alinea van hoofdstuk I van de GS-toelichting op GN-post 8471 de bewerking in van alle soorten informatie in tevoren, met het oog op een bepaald doel of bepaalde doeleinden, vastgestelde logische volgorde. Verder lijkt dit begrip, gelet op de algemene opzet van de genoemde toelichting en de context daarvan, aldus te moeten worden begrepen dat er in beginsel sprake moet zijn van de exploitatie van gegevens, zoals de registratie, wijziging, opslag, conversie of bewerking daarvan (zie arrest Data I/O, C-370/08, EU:C:2010:284, punt 35).
40
Hieruit volgt dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten, waarvan de eigen functie erin bestaat geluid weer te geven door een elektromagnetisch signaal om te zetten in geluidsgolven, een andere functie dan automatische gegevensverwerking vervullen. Zoals blijkt uit punt 38 van het onderhavige arrest, verhindert het feit dat een luidspreker moet worden aangesloten op een ander apparaat, zoals een automatische gegevensverwerkende machine van GN-post 8471, niet dat deze luidspreker wordt ingedeeld onder de post die overeenkomstig zijn eigen functie in aanmerking komt.
41
Bij de uitlegging van de term ‘luidspreker’ als bedoeld in GN-post 8518 dient bovendien rekening te worden gehouden met punt B van de GS-toelichting op deze post 8518, ook voor de periode van invoer van de betrokken producten vóór de inwerkingtreding van deze toelichting. Aangezien de bewoordingen van deze post met betrekking tot de ‘luidspreker’ in de versie die voortvloeit uit verordening nr. 1789/2003 identiek zijn aan die van dezelfde GN-post in de versies ervan die voortvloeien uit verordeningen nrs. 2388/2000, 2031/2001 en 1832/2002, dient immers in beginsel aan de term ‘luidspreker’ geen andere betekenis te worden gegeven dan die welke, rekening houdend met punt B van die toelichting, daaraan moet worden gegeven (zie in die zin arrest Delphi Deutschland, EU:C:2011:315, punt 26).
42
Uit punt B van die toelichting op GN-post 8518 blijkt dat deze post luidsprekers omvat die zijn ontworpen voor aansluiting op een automatische gegevensverwerkende machine, wanneer zij afzonderlijk worden aangeboden.
43
Gelet op een en ander dient op de tweede vraag te worden geantwoord dat de GN aldus moet worden uitgelegd dat producten als die in het hoofdgeding, die worden aangesloten op een computer die draait onder het besturingssysteem ‘MAC OS 9’ of een geavanceerder systeem, moeten worden ingedeeld als luidsprekers onder postonderverdeling 8518 22 90 van deze nomenclatuur.
Eerste vraag
44
Gelet op het antwoord op de tweede vraag, behoeft de eerste vraag niet te worden beantwoord.
Kosten
45
Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Het Hof (Tiende kamer) verklaart voor recht:
De gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, in de versies die achtereenvolgens voortvloeien uit verordening (EG) nr. 2388/2000 van de Commissie van 13 oktober 2000, verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001, verordening (EG) nr. 1832/2002 van de Commissie van 1 augustus 2002 en verordening (EG) nr. 1789/2003 van de Commissie van 11 september 2003, moet aldus worden uitgelegd dat producten als die in het hoofdgeding, die worden aangesloten op een computer die draait onder het besturingssysteem ‘MAC OS 9’ of een geavanceerder systeem, moeten worden ingedeeld als luidsprekers onder postonderverdeling 8518 22 90 van deze nomenclatuur.
ondertekeningen
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 06‑11‑2014